Interieur

Net op tijd, net vóór de Reformatie, werd het pronkstuk in deze kerk, het oksaal opgeleverd. De functie van een oksaal is een scheiding te creëren tussen kerk en koor, tussen volk en priesters. De geestelijkheid had behoefte om in rust en stilte de mis te vieren, terwijl de kerk in vroeger tijden een ontmoetingsplaats was en ook onderdak bood aan pelgrims en bedevaartgangers. Het oksaal kan gedateerd worden op circa 1555 op basis van de topgevelversiering boven het spijlenvenster. Deze versiering komt overeen met de versiering op de topgevel van de triomfboog van de Sint Janspoort ter ere van de Blijde Inkomste van Karel V in Antwerpen in 1549. Het kan niet anders dan dat voor onze versiering de tekeningen zijn gebruikt in het journalistieke verslag uit 1550 van deze triomfboog door Pieter Coecke van Aelst. Het oxaal valt als renaissancestuk een beetje uit de toon in de gotische kerk. Het zandstenen monument bestaat uit drie dwarsgangen gevormd door vier zuilen van rood geaderd Dinants marmer waarop hermen en kariatiden die de verschillende leeftijden van de mens uitbeelden. In de zwikken vindt men de menselijke deugden terug. Ook vierhonderd jaar geleden al was er vandalisme: op de zuilen hebben vele inwoners van Rhenen, en daar zijn bekende namen tussen, hun naam en het jaartal van hun daad, ingekerfd! Het is een wonder dat het oxaal alle gebeurtenissen van de afgelopen 450 jaren heeft overleefd: de reformatie van 1580/1581, de Franse bezetting in 1672, de torenbrand van 1897, de brand van het kerkdak in 1934, het instorten van de noordoostelijke pijler in 1936, het bombardement op de toren in april 1945. Ook tijdens de grote restauratie en herinrichting van de kerk in 1857 heeft men het niet aangedurfd om het oxaal te slopen zoals elders wel is gebeurd. Het is daardoor één van de weinige bewaard gebleven oxalen, met die in de Joriskerk in Amersfoort en de Martinikerk in Oosterend (Easterein – Fr) de enigen in Noord-Nederland.

Ook net op tijd, zelfs op het nippertje, wordt in de Cunerakerk een aantal koorgestoelten geplaatst. De sedilia of priesterzetel en de koorbanken aan weerszijden in het koor dateren uit 1570 en waren bestemd voor de priester en de kanunniken. Dat in onze Cunerakerk alle drie houten gestoelten als één geheel bewaard zijn gebleven is uniek in Nederland.

Toen kwam de Reformatie. De pastoor ging en de dominee kwam. Het altaar verdween en de preekstoel werd het middelpunt. Sommigen voegen daaraan toe: de beelden verdwenen en de herenbanken en de rouwborden kwamen. De gemeente schakelde om van kijken naar luisteren.
In Rhenen werden de veranderingen in de Cunerakerk zeer waarschijnlijk door het toenmalige gemeentebestuur geregisseerd, waaraan het te danken is dat het oxaal is blijven staan en het koorgestoelte niet als brandhout is gebruikt. Van een Beeldenstorm is in Rhenen in ieder geval geen sprake geweest. Altaren en beelden werden verwijderd, de muren werden witgekalkt; we zullen nooit weten welke muurschilderingen toen zijn weggewerkt. Alleen het oxaal is wat beschadigd; er zijn een paar uitgehakte vakken. Maar men vond blijkbaar de voorstellingen van de drie levensfasen: jeugd, volwassenheid en ouderdom, alsmede de zeven deugden te waardevol en te leerzaam voor de gemeente om die ook weg te hakken. Misschien wist men nog hoeveel het vijf en twintig jaar daarvoor gekost had!

Er valt nog veel te vertellen over en te zien in de Cunerakerk. Wij nodigen u dan ook hartelijk uit om onze prachtige kerk te komen bekijken.